Hoe maak je het? 

1. 1) Trek je handschoenen aan, zet je muts op en verzamel op een mooie winterse dag een flinke hand brandnetels. Met steel en al.   

2. 2) Haal bij thuiskomst het blad van de stengel (nog steeds met handschoenen). 

3. 3) Snijd de Chinese kool in reepjes en doe ze in een schaal. 

4. 4) Voeg de zout toe aan de Chinese kool en verzwaar de kool met een bord en daarop iets zwaars. 

5. 5) Ondertussen snijd je de pepers, knoflook, gember en winterpeen fijn. 

6. 6) Haal de verzwaring van de kool af en ‘masseer’ de kool met je handen tot dat vrijwel al het vocht er uit is. Hoe minder vocht hoe minder kans op verkeerde bacteriën bij de fermentatie.  

7. 7) Doe de fijngesneden knoflook, gember, peper en winterpeen in een bakje en voeg de vissaus/sojasaus toe.  

8. 8) Maak lagen in de weckpot door eerst brandnetel toe te voegen, dan kool en dan weer een laagje van het gember-peper–peen-mengsel. Ga zo door tot de pot bijna helemaal gevuld is. 

9. 9) Giet de overgebleven vissaus/sojasaus en water van de kool erbij in de weckpot tot dat het geheel onder water staat. Is dit nog niet het geval? Dit is belangrijk bij deze fermentatie zonder zuurstof. 

10. 10)Laat de wilde kimchi 1 week op kamertemperatuur staan en maak om de dag de deksel eventjes open om het koolzuur te laten ontsnappen. Zo voorkom je kimchi aan je plafond. 

11. Als het begint te borrelen, weet je dat de fermentatie op gang is gekomen. Als het stopt met borrelen na 1 tot 3 weken kan je de kimchi eten. Bewaar het vanaf dan in de koelkast.